vrijdag 22 januari 2010

Over de geneugten en het nut van fietsen

Fietsen is heerlijk! Toen ik 9 jaar geleden de overstap maakte van de boekhandel in Amsterdam naar de bibliotheek dicht bij huis, was ik zó blij dat ik alle werklocaties op de fiets bereiken kon. Daarvóór fietste ik alleen tussen Amsterdam CS en Zuid en thuis het stukje van 10 minuten tussen station en woning. Fietsen maakt je geest leeg en opent de deur naar goede plannen en geniale invallen en vergemakkelijkt het analytisch beschouwen van zaken en relaties.


Voor mij is dat niet altijd zo geweest. Mijn eerste racefiets, een zachtblauwe Peugeot, was voornamelijk bedoeld voor vakanties. Perfect geschikt voor het verharde wegdek in Nederland en België. In de zandverstuivingen van Zuidwest-Drenthe daarentegen kom je met die dunne bandjes niet zo ver. Zo’n vakantie leverde me trouwens mijn eerste en enige handtekening van een wielrenner op. Mijn zwager daagde me uit –‘dat durf jij toch niet’- om een handtekening aan Hennie Kuiper te vragen. Hij had, op de dag dat we hem tegenkwamen in de ‘Ronde van Nederland’, niet goed gereden, maar niettemin zette hij welwillend zijn handtekening. Alles voor de fans.

Later ontdekte ik dat fietsen ook therapeutisch werkt. Na de komst van een huilbaby, die de relatie onder druk zette, leerde ik met ’s avonds laat fietsen die ‘steen’ van mijn borst te duwen. De meiden van de zwangerschapsgymnastiek (nog steeds een gezellig clubje om eens per jaar mee te gaan eten) vonden mijn nachtelijk escapades in de verkaveling maar eng en probeerden me op andere gedachten te brengen. Na de aanranding van een achternichtje bij de oude koekfabriek stak ik toch maar iets scherps bij me, maar zag niet van mijn fietstochten af, vastbesloten niet toe te geven aan angst. Des te zwaarder het gemoed, des te verder de fietstocht. Het hielp, al was het goed dat ik later ‘s winters tevens mijn toevlucht kon nemen tot een Bright Light, die m’n gebrek aan onmisbaar daglicht goedmaakte.

Ik was niet de enige die baat had bij therapeutisch fietsen. De psychiatrische hospita bij wie ik inwoonde, toen ik in Utrecht Frans ging studeren, bekende dat ze menigmaal in tijden van crisis op de fiets gestapt was om pas na een paar dagen terug te keren, daarbij overnachtend bij toevallige mensen bij wie ze aanbelde als ze moe was. Mijn grootvader (boer en rietdekker én organist in de kerk), zeer godvruchtig en dominant, kon niet voorkomen dat twee van zijn dochters móesten trouwen, ondanks hun angst voor hem. Voor hem een reden om al wandelend voor een paar dagen te verdwijnen in de jaren twintig van de vorige eeuw. Had hij een fiets gehad, dan had hij beslist de fiets genomen!

Nu ik voor het eerst sinds jaren –uitgerekend de dag ná ‘blue Monday’- weer in een winterdepressie terecht kwam, heb ik naast het zitten voor de daglichtlamp met een goed boek ook de fietstherapie weer van stal gehaald, geënthousiasmeerd door ‘toys for boys’-twitteraars die met de nieuwste modellen bezig zijn. Dat gaat me iets te ver. Een nieuwe racefiets wil ik wel overwegen, maar ik steek er geen honderden euro’s in. Ik sluit overigens niet uit dat ik nog eens op een Tacx zit, maar dan wel met een dvd van Frankrijk erin en een Diabolo menthe binnen handbereik…

Links:
definitie Diabolo menthe
titelsong van Yves Simon voor de film Diabolo menthe
de Tacx, wonder van vernuft