donderdag 13 mei 2010

Kermis: carnaval van het noordwesten

Kermis is voor West-Friesland wat carnaval is voor het zuiden. Ik moest er wel aan wennen toen ik in West-Friesland kwam wonen. Het landschap was kaal, er werd veel gedronken en van het vroege voorjaar tot diep in het najaar waren er kermissen.

Met de op de ene kermis gewonnen muntjes kon op de volgende weer verder worden gespaard voor een grotere prijs, bleek al gauw zodra de kinderen enige weet van de kermis hadden. Iedere kermis gaat vergezeld van een jaarmarkt en kermisborrels. Deze worden in het algemeen bij mensen thuis georganiseerd. Liefhebbers of mensen met grote families doen meerdere borrels per dag aan. De jongeren organiseren meestal gezamenlijk wat grotere kermisborrels. De groei daarvan was door de gemeenten al aan banden gelegd. Vooraf moest toestemming worden gevraagd en er werd gecontroleerd of aan alle voorwaarden zoals openbare toiletten was voldaan.

De kermis in mijn woonplaats is altijd rond Hemelvaart. Op maandag komen de eerste kermiswagens aan. Op dinsdag begint de opbouw. Op woensdag staat alles klaar en woensdagavond begint het ‘indrinken’, de eerste kermisborrels. Overal zie je overdekte terrassen verschijnen. Er zijn optredens in de cafés. De jaarmarkt is op vrijdag en op zaterdag zijn er evenementen zoals een botenrace, waarvan de deelnemers meestal ludiek verkleed aantreden. Met de bouw van de stellage voor de botenrace tegenover een café wordt meestal een maand van tevoren begonnen. Er wordt gewerkt door vrijwilligers die de nodige pauzes nemen aan de overkant.

Dit jaar was er iets veranderd. In een poging een vuist te maken tegen overmatig alcoholgebruik door de jeugd hebben een aantal West-Friese gemeenten de handen ineen geslagen en ferme besluiten afgekondigd zoals vervroegde sluiting van cafés, maar ook een maatregel om grote kermisborrels tegen te gaan. De verontwaardiging hierover was groot en er kwam al gauw verzet dat uitmondde in een petitiewebsite waarvoor mensen uitgenodigd werden zich middels het tekenen tegen de maatregel van de gemeente te verzetten.

De gewoonlijk grootste kermisborrel werd dit jaar verboden en de borrel van onze buurjongen en zijn vrienden kreeg dit jaar als enige een ontheffing, omdat een plaatselijk café bij de organisatie betrokken was. Er stonden vanmiddag dan ook honderden fietsen op onze doodlopende weg. In het dorp trof ik, toen ik een rondje fietste, een grote poster aan op het terrein van de afgelaste grote kermisborrel met het verzoek alsnog de petitie te tekenen. Het is ook eigenlijk wel een rare regeling. Van oudsher ontstaan de meeste relaties hier op de kermis(borrels). Als je dan toch gaat, dan wil je toch zeker de grootste keus?

woensdag 5 mei 2010

Niet-gedocumenteerde getuigen

Tot voor kort dacht ik dat ik niet in het boek De liefhebber voor zou komen en daarmee paste ik in de familietraditie, dus ik vond het helemaal niet erg. Nu ik er toch in voor kom, moet ik constateren dat ik een beetje met de traditie gebroken heb.


Mijn overgrootvader ging uit Drenthe terug naar Duitsland om tegen de Fransen te vechten tijdens de Frans-Duitse oorlog (1870-1871). Hij stuurde brieven over de veldtocht naar huis, die in het archief van de Rijksuniversiteit Groningen terecht kwamen, maar waaruit -voor zover ik weet- nooit geciteerd is. Hij was een deelnemer en een toeschouwer, maar zijn getuigenis is nooit in het publieke domein te vinden geweest. Door zijn toedoen deed de uitdrukking 'Alles mitgemacht, siebzig und einundsiebzig' in de familie z'n intrede, een uitdrukking die tot op de dag van vandaag gebezigd wordt.

Mijn grootvader speelde een rolletje in de nasleep van het drama rond de moordzaak in Koekange. Als plaatselijke timmerman moest hij, met zijn gereedschap, mee met de arts uit Meppel naar de plaats van het misdrijf om te assisteren bij een zeer primitieve vorm van forensisch onderzoek. Zijn zaagje werd gebruikt en is, nadat het zeer goed was schoongemaakt, nooit meer in actie gekomen en met een mengeling van afschuw en ontzag bewaard. In de smartlap die over de moord gemaakt werd, in het boek van Max van Dendermonde (1989) en beslist ook in de film die op de gebeurtenis gebaseerd is (maar die ik overigens niet heb gezien) komt mijn grootvader niet voor, ook hij was een niet-gedocumenteerde deelnemer en toeschouwer.


Mijn vader werd op latere leeftijd gevraagd om voor het geplande Drents woordenboek het idioom van zijn vakgebied vast te leggen. Hij had toen al een aantal hersenbloedingen achter de rug en zag er uiteindelijk vanaf, waardoor er geen bijdrage van zijn hand in het Drents woordenboek terecht kwam.

Het was dus helemaal in de traditie van mijn familie geweest om niet voor te komen in een roman die als basis een geschiedenis heeft, die me een tijd somber en moedeloos heeft gemaakt. Gelukkig is mijn rol beperkt gebleven tot die van een bijfiguur die slechts twee keer ter sprake komt. Tenslotte was ik een getuige die in het echt geen rol van betekenis heeft gespeeld.

Na de dood van mijn moeder kwam het zaagje in mijn bezit. Mijn zus vond het een afschuwelijk ding en mijn broer wilde geen oude troep. Ik bewaar het met eerbied voor en ter herinnering aan mijn vredelievende grootvader, die zich niet door zijn vader naar Duitsland liet sturen om namens dat land in de Eerste Wereldoorlog te vechten, maar die desondanks toch met de gevolgen van afgrijselijk geweld geconfronteerd werd.